Nederland en België proberen het WK voetbal in 2018 of 2022 naar zich toe te trekken. In het ‘bidbook’ dat beide landen hiertoe indienden wordt toegezegd dat de Wereldvoetbalbond (FIFA) vrijgesteld wordt van belastingen en btw. Dit betekent: geen belasting van activiteiten die de FIFA ontplooit in het kader van dit WK. Hierover ontstond heel wat commotie.
Belasting vrijstelling
De FIFA krijgt hiermee ongekende privileges die ongepast zijn in tijden van crisis, is de veelgehoorde kritiek. Volgens het organisatiecomité van de FIFA is er niets geks aan die afspraken; de voetbalbond betaalt achteraf belasting in zijn thuisland Zwitserland. En ook de vrijstelling van btw is niet uitzonderlijk, omdat die geldt ‘voor alle buitenlandse organisaties’ die in Nederland actief zijn.
Vrijstelling van btw
Volgens Han Kogels, hoogleraar Europees belastingrecht aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, schuift deze vrijstelling echter het nationale belastingstelsel van Nederland aan de kant. De toezegging houdt namelijk ook in dat als Nederland, op grond van dit belastingstelsel, toch belasting moet vorderen van de FIFA, Nederland het betreffende bedrag zal terugbetalen. De Nederlandse wetgeving wordt hiermee van zijn werking en status beroofd.
Europees recht
Deze toezegging schuift niet alleen het nationale belastingstelsel aan de kant, maar leidt ook tot schending van het Europees recht. De toezegging om geld terug te betalen aan de FIFA is verkapte staatssteun en verboden, zegt hoogleraar fiscale economie Peter Kavelaars van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
FIFA
Het organisatiecomité is net als het Nederlandse ministerie van financiën van mening dat er geen sprake is van staatsteun. Er is maar één WK, één organiserend land en maar één organisatie, namelijk de FIFA. Het ontbreken van concurrentie maakt de discussie over staatssteun irrelevant, aldus een woordvoerder bij de FIFA. Europees Commissaris Almunia wil nu nagaan of de belasting vrijstelling in strijd is met de Europese regels voor staatssteun.