Na de invoering van het nieuwe belastingstelsel in 2001 liep de belastingdruk jarenlang terug. Afgelopen jaren is de druk echter weer gestegen en nu is die bijna weer net zo hoog als in 2001. Dit blijkt uit een onderzoek van het CBS.
Gestegen belastingdruk
De belastingdruk wordt gemeten aan de hand van inkomstenbelasting en premies voor de volksverzekeringen. In 2009 bedroeg de gemiddelde belasting per huishouding zo’n 19,5% van het bruto inkomen. In 2008 was dit 19,2 % en de jaren ervoor, ongeveer tot aan 2005, nog minder.
Hoogste inkomens
De meeste belasting wordt bijeengebracht door de hoogste inkomens. Bij de 10% huishoudens met het hoogste bruto inkomen bedroeg de nettodruk in 2009 zo’n 27,5%. De laagste inkomens daarentegen, betaalden minder dan 5 procent van hun inkomen aan de Belastingdienst.
Lagere inkomens
Als het gaat om regelingen die de belasting- en premiedruk verlagen, zijn het ook de lagere inkomens die hier relatief meer van profiteren. Zo werd in 2008 bij deze groep de brutodruk van de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen verminderd met 19,8 procentpunten. Bij de hoogste inkomensgroep was dit slechts 8,6 procentpunten.
Aftrekposten, vrijstellingen en heffingskortingen
De belastingdruk kan verminderd worden door middel van aftrekposten, vrijstellingen en heffingskortingen. Als het gaat om heffingskortingen, zijn het de laagste huishoudens die hier naar verhouding het meest van profiteren. De rijkste helft van de bevolking heeft meer voordeel van aftrekposten en vrijstellingen.